Op een heldere ochtend werd Onne wakker met een zeer nerveus gevoel. Hij had die dag een belangrijke talentenjacht op school en hij dacht niet dat hij talent had om te laten zien. Onne had de hele week naar zijn stem van onzekerheid geluisterd en het maakte hem erg bang.
Ondertussen voelde zijn oudere zus Zeker zich opgewonden. Ze hield van talentenjachten en keek ernaar uit om te zien wat iedereen zou uitvoeren.
Onne en Zeker ontbeten samen en Onne bleef zich zorgen maken over de talentenjacht. Zeker probeerde hem gerust te stellen door te zeggen: “Iedereen heeft een talent, Onne. Je moet gewoon de jouwe vinden.”
Maar Onne was niet overtuigd. Hij dacht dat hij nergens goed in was en hij was bang om zichzelf in verlegenheid te brengen voor de hele school.
Toen ze naar school liepen, zagen Onne en Zeker veel moois in de natuur. Ze zagen kleurrijke bloemen, tjilpende vogels en een grote, blauwe lucht. Zeker wees op alle dingen die haar gelukkig en veilig maakten. Onne begon zich iets beter te voelen, maar hij was nog steeds erg zenuwachtig voor de talentenjacht.
Toen ze op school aankwamen, zag Onne al zijn klasgenoten hun talenten oefenen. Sommigen zongen, sommigen dansten en sommigen deden zelfs goocheltrucs. Onne had het gevoel dat hij er niet bij hoorde.
Zeker zag Onne zich verdrietig voelen en kwam met een idee. Ze vroeg Onne wat hij graag deed. Onne dacht even na en zei toen: “Ik vind het leuk om grappige gezichten in de spiegel te maken.”
Zeker glimlachte en zei: “Dat is geweldig, Onne! Je hebt een talent om mensen aan het lachen te maken. Waarom probeer je dat niet op de talentenjacht?”
Onne was verrast. Hij had er nog nooit aan gedacht om grappige gezichten te maken als talent. Maar hoe meer hij erover nadacht, hoe meer hij besefte dat hij het wel leuk vond om mensen aan het lachen te maken.
Met de aanmoediging van Zeker oefende Onne de hele dag met het maken van grappige gezichten voor de spiegel. Hij was nog steeds nerveus, maar hij voelde zich iets zelfverzekerder nu hij een talent had om te laten zien.
Eindelijk was het tijd voor de talentenjacht. Onne liep het podium op en zijn hart bonsde. Hij keek het publiek in en zag al zijn klasgenoten naar hem glimlachen. Onne haalde diep adem en begon grappige gezichten te trekken.
In het begin was hij nog een beetje nerveus, maar toen hoorde hij zijn klasgenoten lachen. Onne voelde zich gelukkig en zelfverzekerd. Hij bleef steeds meer grappige gezichten trekken en iedereen lachte steeds harder.
Toen Onne klaar was, stond iedereen in het publiek op en klapte. Onne was voor het eerst in lange tijd weer trots op zichzelf. Hij besefte dat hij toch een talent had, en het was een speciaal talent dat mensen gelukkig maakte.
Toen Onne en Zeker van school naar huis liepen, straalde Onne van geluk. Zeker vroeg hem hoe hij zich voelde en Onne zei: “Ik ben zo blij dat ik mijn talent heb gevonden. Ik heb nooit geweten dat het maken van grappige gezichten mensen zo gelukkig kon maken.”
Zeker glimlachte en zei: “Zie je wel, Onne? Je moest gewoon luisteren naar je stem van zekerheid en in jezelf geloven.”
Onne keek op naar zijn zus en zei: “Bedankt dat je me hebt geholpen, Zeker. Jij bent de beste.”
En daarmee kwamen Onne en Zeker thuis, klaar voor hun volgende grote avontuur.
Het einde.